English | česky | >> Nederlands << | Français | Español | По-русски | Deutsch | 中文 | Italiano | Polski

Voorbeeld 1
De basis XPath schrijfwijze kan je vergelijken met het addresseren van bestanden door het besturingssysteem. Als het path begint met een schuine streep, /, dan stelt het een absoluut path voor bij het verplichte element
Voorbeeld 2
Als het path begint met // dan zullen alle elementen van het document die overeenkomen met de erna volgende criteria geselecteerd worden.
Voorbeeld 3
Een ster * selecteert alle elementen gelocaliseerd door het voorgaande path.
Voorbeeld 4
Een beschrijving tussen vierkante haken kan een element meer specifïen. Een nummer tussen de haken geeft de positie van het element aan in het geselecteerde path. De functie last() selecteert het laatste element van de selectie.
Voorbeeld 5
Attributen worden gespecifïeerd met het @ voorvoegsel.
Voorbeeld 6
Attribuutwaarden kunnen gebruikt worden als selectie criteria. De functie normalize-space verwijdert voorloop spaties en vervangt spatie reeksen met een enkele spatie.
Voorbeeld 7
Functie count() telt het aantal geselecteerde elementen
Voorbeeld 8
Functie name() geeft de naam van het element weer, de functie starts-with wordt van toepassing als het begin van het eerste argument gelijk is aan het tweede argument en de functie contains wordt van toepassing als het eerste argument het tweede argument bevat
Voorbeeld 9
De functie string-length geeft het aantal tekens weer van een tekenreeks. U moet &lt; gebruiken als vervanging voor < en &gt; als vervanging voor >
Voorbeeld 10
Verschillende paths kunnen gecombineerd worden met de | scheider
Voorbeeld 11
De child spil bevat de kinderen van de context geleding. De kind spil is de standaard spil en kan weg gelaten worden.
Voorbeeld 12
De descendant spil bevat de onderdanen van de context geleding, Een onderdaan is een kind of een kind van een kind, zodoende bevat een onderdaan nooit attribuut of namespace geledingen.
Voorbeeld 13
De parent spil bevat de ouder van de context geleding, als er al een is
Voorbeeld 14
De ancestor spil bevat de onderdanen van de context geleding. De onderdanen van de context geleding bestaan uit de ouder van de context geleding en de ouder van de ouder enzovoort. Zodoende dat de onderdaan spil altijd de basis geleding bevat tenzij de contexxt gelding de basis geleding is.
Voorbeeld 15
De following-sibling spil bevat alle volgende afstammelingen van de context geleding.
Voorbeeld 16
De preceding-sibling spil bevat alle voorgaande afstammelingen van de context geleding.
Voorbeeld 17
De following spil bevat alle geledingen die in hetzelfde document staan als de context geleding die na de context geleding komen in het document behalve de onderdanige elementen en de attribuut en namespace geledingen.
Voorbeeld 18
De preceding spil bevat alle geledingen die in hetzelfde documentstaan als de context geleding voor de context geleding behalve de ouder elementen en de atribuut en namespace geledingen.
Voorbeeld 19
De descendant-or-self spil bevat de context geleding en zijn onderdanige elementen.
Voorbeeld 20
De ancestor-or-self spil bevat de context geleding en zijn ouders zodoende dat de ouder spil altijd de basis geleding bevat.
Voorbeeld 21
De ancestor, descendant, following, preceding en self spillen verdelen een document, niet kijkende naar de attribuut en namespace geledingen. Ze overlappen elkaar niet maar samen kunnen ze wel alle geledingen bevatten van het document.
Voorbeeld 22
De div operator maakt komma getal delingen; De mod operator geeft de rest weer van een staartdeling. De floor functie geeft het grootste getal weer, dichtst bij het positieve oneindige, dat niet groter is dan het argument en geheel is. De ceiling functie geeft het kleinste getal weer, dichtst bij het negatieve oneindige, dat niet kleiner is dan het het argument en geheel is.